Natuurontwikkeling op voormalige landbouwgrond in het beekdal van het Oostervoortschediep (Dr)

Het effect van verschillende inrichtingsmaatregelen (vernatten, verschralen, uitmijnen en afplaggen) op veranderingen in bodemsamenstelling, en met name de fosfaattoestand, op de vegetatieontwikkeling is onderzocht in een langjarig experiment.

Sinds 2010 doet NMI, in opdracht van Staatsbosbeheer, onderzoek naar de verandering in de bodem en met name in de fosfaattoestand en de vegetatie, als gevolg van verschillende inrichtingsmaatregelen om natuur te ontwikkelen op voormalige landbouwgrond. De proef in het deelgebied Roeghoorn (circa 75 ha) is onderdeel van een herinrichting van het beekdal van het Oostervoortsche diep. In 2008 is de waterloop van deze, in de jaren zestig van de vorige eeuw rechtgetrokken beek, weer in ere hersteld. Doel was om niet alleen de beek weer een natuurlijkere loop te geven maar ook om natuur te ontwikkelen in het beekdal. Het beekdal was van oudsher hooiland en het agrarisch gebruik intensiveerde met de ontwikkelingen in de reguliere landbouw. Door decennialange bemesting was de uitgangssituatie ongunstig voor natuurontwikkeling. Dit project is uniek omdat het een aantal belangrijke thema’s combineert; natuurontwikkeling op voormalige landbouwgrond, natuur inclusief boeren, stimuleren biodiversiteit, waterberging en klimaatverandering. Met de praktische invulling van deze grote thema’s wordt in de Roeghoorn al ruim 10 jaar ervaring opgedaan. In bijgevoegde flyer vindt u de onderzoeksresultaten van 8 jaar verschralen en uitmijnen onder verschillende omstandigheden.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Debby van Rotterdam, e-mail debby.vanrotterdam@nmi-agro.nl, tel. 06 2517 9329