Naar een advies voor fosfaatbemesting op nieuwe leest; deel 2 grasland

Het P-bemestingsadvies voor grasland is vooral gebaseerd op proeven die ruim 50 jaar geleden zijn uitgevoerd. Bemesten volgens dit advies is door de invoering van het gebruiksnormenstelsel nu vaak niet meer mogelijk.  Verder houdt het bemestingsadvies geen rekening met de verrijking van gronden met P, het niveau van N-bemesting en een ander graslandmanagement als destijds. Ook is het niet langer nodig te streven naar 4,0 g P kg-1 ds in gras. Voor een goede dierprestatie volstaat 3,0-3,5 g P kg-1 ds. Scherper bemesten is dus mogelijk en milieukundig gewenst. Om scherper te kunnen bemesten met fosfaat dient zowel de directe beschikbaarheid als de nalevercapaciteit en -snelheid bekend te zijn. Het huidige P-advies voor grasland is gebaseerd op één bepalingsmethode: PAL. Daarmee kan de nalevering maar niet de directe beschikbaarheid worden bepaald. Fundamenteel onderzoek gestart in 2003 naar het desorptiegedrag van fosfaat geeft aan dat de P-dynamiek via twee routinematige methoden van grondonderzoek, PAL en P-CaCl2 (bij BLGG AgroXpertus PPAE genoemd) is te beschrijven. Daarbij is P-CaCl2 een maat voor de directe beschikbaarheid en de ratio PAL/P-CaCl2 een maat voor het nalevergedrag.

Doel van het onderzoek is de ontwikkeling van een nieuwe adviessystematiek voor grasland die gebaseerd is op de directe P-beschikbaarheid en het P-naleverend vermogen van de bodem. Het onderzoek is gesubsidieerd door Productschap Zuivel en BLGG AgroXpertus en is uitgevoerd in samenwerking veevoederbedrijfsleven (ForFarmers, Agrifirm, de Heus, Agerland, Nutreco en Rijnvallei).

Download hier het uitgebrachte rapport

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Wim Bussink, e-mail wim.bussink@nmi-agro.nl, tel. 06 2903 7096